Als je gaat werken, dan is dat voor een bepaald aantal uren per week. Dat kan voltijds zijn, bijvoorbeeld 38 tot 40 uur per week. Je kan ook deeltijds werken. Dat betekent dat je minder uren werkt dan het maximum aantal uren dat in het bedrijf gewerkt wordt, zoals 30 uur, terwijl je voltijdse collega er 38 werkt.
Als je deeltijds werkt, kunnen die uren op verschillende manieren verdeeld worden: ofwel werk je volledige dagen, ofwel werk je alle werkdagen gewoon wat minder uren. Maar hoe zit het dan met je uitkering?
Wil je daar écht alles over weten, dan kan je het best terecht bij de RVA. Zij zijn het namelijk die beslissen over je uitkering. Hier vind je alle info over uitkeringen tijdens deeltijds werk.
Een paar scenario's zijn:
- Je werkt enkele dagen per week, maar niet allemaal: Dan is het simpel. Op je 'blauwe kaart' (C3) kleur je de vakjes in voor de dagen waarop je werkte. Op die dagen krijg je geen uitkering, want je kreeg al loon.
- Je werkt alle dagen, maar korter. Bijvoorbeeld 6 uur per dag in plaats van 8 uur: Je kan dan 'deeltijds werken met behoud van rechten'. In dit scenario krijg je loon voor de uren die je werkt, maar past de RVA de overige uren bij met een uitkering. Hiervoor blijf je je 'blauwe kaart' (C3) invullen, maar zijn er nog wat andere documenten nodig. Welke dat zijn, lees je hier.
Let wel: Je kan hier enkel aanspraak op maken als je niet vrijwillig deeltijds werkt. Met andere woorden, als je eigenlijk voltijds zou willen werken, maar een deeltijdse job hebt aangenomen om toch aan de slag te zijn.
Wil je zeker in orde zijn met je paperassen, maar weet je niet goed waar te beginnen, of hoe dit allemaal werkt? Dan helpen vakbonden of de hulpkas je wel op weg.